maandag 25 april 2022

Strandbeesten van Theo Jansen (1948)

Naast de Animaris Omnia die sinds 2018 in de Tuinzaal van het Kunstmuseum is te zien, zijn vanaf 26 februari zowel in de Projectenzaal als buiten langs de vijverrand diverse strandbeesten te bewonderen. Indrukwekkende skeletstructuren die onafhankelijk bewegen, aangedreven door de wind: de strandbeesten van kunstenaar Theo Jansen (1948) zijn regelmatig te zien langs de Nederlandse kust. Ze zijn ook over de hele wereld getoond. Naast het bewonderen van Animaris Omnia, die sinds 2018 in de Tuingalerij van Kunstmuseum Den Haag hangt, kunnen bezoekers vanaf 26 februari de evolutie van deze wezens in chronologische volgorde volgen in onze Projectengalerij en naast het meer voor het museum. ‘Sinds 1990 maak ik nieuwe vormen van leven’, zegt Jansen. ‘Het basismateriaal is geen eiwit, zoals in de natuur, maar elektrische slangen. Mijn strandbeesten halen hun energie uit de wind, dus ze hoeven niet te eten. Ze zijn in de loop van de tijd geëvolueerd, zoals te zien is aan de verschillende generaties. Dat zal goed zichtbaar zijn in de presentatie in Kunstmuseum Den Haag.’ Welke betere plek dan zijn geboorteplaats, met zijn banden met de zee, had Jansen kunnen kiezen om te laten zien hoe zijn strandbeesten zijn geëvolueerd? In deze tentoonstelling in Kunstmuseum Den Haag krijgen fans de kans om het werk van Jansen beter te leren kennen en krijgt ook een groter publiek de kans om zijn werk te ontdekken. Strandbeesten zijn meer dan alleen kunstvoorwerpen. Jansen probeert het echte leven te creëren, met als uiteindelijk doel zijn creaties vrij te laten om een ​​zelfstandig leven te leiden in grote kuddes op het strand. Hij realiseert zich dat dit in de nabije toekomst niet mogelijk zal zijn, maar hij legde zijn droom een ​​paar jaar geleden uit in een interview met National Geographic: ‘Geef me een paar miljoen jaar en mijn strandbeesten zullen volledig zelfstandig leven’. In de afgelopen decennia heeft Jansen de wezens voortdurend ontwikkeld, waardoor ze geleidelijk onafhankelijker werden. Er zijn nu twaalf generaties, zegt hij. Zijn eerste creatie was niet mobiel en was gemaakt van PVC-buizen en plakband, maar tegenwoordig zijn zijn wezens imposante beesten, enkele meters lang, die zich zelfstandig over het strand voortbewegen. Ze zijn nog steeds gemaakt van buizen, maar met allerlei ingenieuze technieken kunnen ze de energie van de wind benutten waarmee ze zelfstandig rondlopen, zand verplaatsen en met hun vleugels klapperen. Een ‘maag’ van plastic flessen kan wind opvangen en loslaten, waardoor ze kunnen bewegen. Jansen creëerde zijn strandbeesten eerst met een bepaald doel voor ogen. Ze waren bedoeld als oplossing voor een probleem dat vandaag de dag nog steeds actueel is: klimaatverandering. Hij schreef een krantenartikel over het gevaar van zeespiegelstijging en kwam met een oplossing: dieren gemaakt van elektrische buizen die het strand zouden omwoelen en het zand op de duinen zouden blazen om ze te versterken. Daarna volgde het maken van de wezens, en sindsdien is hij nooit meer gestopt. Elke nieuwe soort kreeg een Latijnse naam - Animaris Vulgaris, Animaris Rhinoceros, Mater Extensa - en Jansen heeft de evolutie van zijn strandbeesten nu verdeeld in twaalf perioden op basis van verschillende kenmerken. In de meest recente periode, de ‘Volantum’ (2020-2021), heeft hij zelfs een vliegend strandbeest ontwikkeld. Op zijn website strandbeest.com staat een gedetailleerde stamboom die alle soorten in de verschillende periodes verdeelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten